Friday, August 25, 2006

Aankomen in Avignon (1970)

- D.R.: Is het wel zo onnauwkeurig, naïef en ondoordacht begonnen als ik me voorstel? Voor de zekerheid keek ik het dagboek erop na. Onnauwkeurig: “.. Proza waarvan de personages voorwerpen zouden zijn: evengoed een gehele stad als het geringste stedelijke voorwerp. Zoals in een gewone roman de personages verbonden zijn door een intrige, zouden die voorwerpen onderling verbonden zijn door personen”. (16-11-‘66) Naïef: “Omdat... ik een duidelijk beeld heb van wat ik wil bereiken in de lijn van de voorwerpen.” (07-01-’67) Ondoordacht: : “En vooruit dan maar. Hoe minder men buiten het papier om denkt, hoe beter”. (09-01)

- "Ik heb onlangs een boekje ontdekt van Daniël Robberechts, getiteld AANKOMEN IN AVIGNON. Hij noemt het zelf een 'relaas', dus geen roman. En het is geschreven in 1970. Een typisch, opmerkelijk boekje van slechts 158 pagina's. Pol Hoste heeft er een uitgebreid nawoord in geschreven. Om de toch vrij lastig leesbare tekst enigszins te blijven volgen. Het benaderen van de stad Avignon door de hoofdpersoon heeft veel betekenissen. De weg ernaartoe getuigt van een bijna militaire strategie en van geografische cirkelbewegingen. In totaal onderneemt het hoofdpersonage 21 pogingen om in Avignon aan te komen. Dan hadden wij het gisteren een stuk gemakkelijker. Recht naar het centrum, de parkeergarage in. Bij Daniël Robberechts is die aankomst onmogelijk: vanaf de zestiende tocht begint hij zich weer te verwijderen. De gewenste 'blijde inkomst' in het Palais des Papes heeft te maken met zijn grote liefde voor het blonde meisje Cee en met een verlangen naar de moeder. Het grondplan van Avignon wordt gelezen als een vrouwelijk lichaam. Voorts heeft Avignon vanuit zijn geschiedenis ook een metafysische dimensie: het hart van de stad is 'een mystiek kasteel der ziel'. " (uit het weblog Gerard Staals)

0 Comments:

Post a Comment

<< Home